De Oude Doos

Vandaele Machinery

Alles begon in 1936 met de geboorte van Robert Vandaele. Zo’n 17-jaar later werd de eerste constructie van de hand van Robert tot stand gebracht. Dit gebeurde toen nog op de hoeve van zijn ouders waar hij in hun werkplaats, ‘de smesse’ zijn ideeën kon uitwerken.

Hij kwam uit een groot en vooral katholiek gezin. Als oudste zoon, stond men erop dat hij een pastoorsopleiding ging genieten en moest daarom al vroeg in 1946 als intern naar het streng Bisschoppelijk college van Veurne. Dit dik tegen zijn zin, want Robert was immers gefascineerd door mechanisatie. Hij verzette zich dan ook hiertegen en kon een nieuwe start maken in 1952, in de landbouwschool van Avelgem, waar hij ook het vak metaalbewerking kon meepikken.

Hier zien we dan ook Robert zijn ouders, Maria Bossuyt en Marcel Vandaele, vergezelt van Robert zijn oudste zus Juliana op een Indian motorfiets, ergens begin de jaren 30.

Op de hoeve Vandaele, had men zoals veel landbouwers destijds, als eerste ’trekker’ een legendarische JEEP. Deze werd bij de familie ook ingezet voorop hun pikbinder. Marcel Vandaele poseerde dan ook maar al te graag hiervoor met zijn zonen Robert en Roland.

Leergierig als Roland is, zien we hem hier ( vooraan rechts ) net na de oorlogsjaren in het Sint-Jan Bergmans College te Avelgem, in de afdeling landbouw.

Kleine kinderen worden snel groot, Robert samen zijn broers Roland en Luc in de JEEP.

De eerste echte tractor op de hoeve van de familie Vandaele kwam er in 1947 al. Er werd geïnvesteerd in een op Petrol aangedreven Case VA van zo’n 18-pk. Deze trekker werd onder andere ingezet ter vervanging van hun JEEP, aan hun Mc Cormick pikbinder. Hij werd aangekocht bij voormalig dealer Vandermander uit Sint-Baafs-Vijve tussen Wielsbeke en Wakken.

De eerste grotere tractoren waar men mee in aanraking kwam, zag men bij hun loonwerker Verschatse uit Oostrozebeke. Die kwam iedere zomer langs met zijn Fordson Blauwe Reiger en een getrokken Claas maaidorser. Een indrukwekkende combinatie, waarbij de gehele familie Vandaele in 1953 dan maar al te graag eens even poseerde.

Het ging echter al snel enorm gaan kriebelen om zelf met dergelijke grote machines op stap te gaan. In 1953-54 werd dan ook beslist om zich zelf op het loonwerk te storten.

In 1953 had men twee 4-ton mestwagens volledig zelf ontworpen en gebouwd. Om loonwerk te kunnen doen, had men dan ook een krachtigere trekker nodig. Hun oog viel dan ook op deze Massey Harris trekker, die men eigenhandig ombouwde en voorzag van van een Case motor. Er werd meteen ook nog een tweede Massey Harris trekker gekocht en omgebouwd. Daarnaast werd nog een omgekeerde Case D trekker aangekocht om de mest te kunnen laden, met een door hen geconstrueerde lader. Met deze combinaties werd dan aan de slag gegaan als loonwerker.

Ook vader Marcel zag dat het goed was.

Robert had al snel een voorliefde voor Fiat tractoren. Het was in 1956 dan ook meteen liefde op het eerste zicht, wanneer hij op de hoeve van Michel Bekaert en zijn zus Juliana, deze Someca 40 aantrof.

Dat Robert goed overweg kon met een trekker werd in 1956, bewezen op de Gymkana van Schuiferskapelle in 1956. Deze Gymkana of toen ook wel Rally van Schuiferskapelle genaamd werd immers door andere Robert gewonnen met hun Case D. Samen met Etienne Deleersnijder op een Deutz en Willy Vannieuwenhuyze op een Hanomag trekker, mocht hij dan ook op het podium plaatsnemen.

Van links naar rechts, Robert, Etienne en Willy.

Sproeiondernemer Etienne Deleersnijder fier op zijn Deutz trekker.

Na enige tijd werd het loonwerk over gelaten en werd voluit voor machinehandel gegaan. Als gevolg verkocht men in 1957 hun eerste nieuwe Fordson Dexta. Dit was toen onder de vleugels van Tractoraat De Lille, die toen in Maldegem en Torhout gevestigd waren.

Deze knappe Fordson Dexta werd in 1961 verkocht aan Achiel Rutsaert uit Lotenhulle voor zo’n 113.000 Belgische Franken, omgerekend een goeie 2800 Euro. Deze landbouwer zijn roots lagen immers wel in Oostrozebeke, maar was er onteigend door de uitbreiding van het kanaal Roeselare-Leie.

Vandaele leverde de 100ste Fordson trekker voor Tractoraat De Lille uit Torhout bij landbouwer Germain Vandewalle uit Markegem.

Hoofdzakelijk werden tweedehands Fordson tractoren verkocht, afkomstig vanuit Engeland. Men kocht soms een volledig lot op, om ze dan uiteindelijk per trein te zien aankomen in het voormalig station van Oostrozebeke. Wagons vol Fordson trekkers, het moet een indrukwekkend zicht geweest zijn! In 1964 verkochten ze maar liefst 70 van deze tweedehands Fordson’s!

Robert was een geboren verkoper en wist dan ook hoe hij zijn klanten moest overtuigen. Bij de vele landbouwers die hij bezocht, was volgens Robert het beste tijdstip om iets verkocht te krijgen, wanneer de koffie uitgeschonken werd na het eten. Er volgden vele discussies in de landbouwersgezinnen om te kiezen tussen een 32 of een 55-PK model. Want het werk verrichte men voordien met slechts 1 a 4-PK. Veelal moest de landbouwer ook hun paard(en) verkocht worden om de trekker met bijhorend materieel te kunnen kopen.

Op zoek naar een machinemarkt buiten de landbouw importeerden ze de eerste LUPAT bermmaaiers in 1967. Deze bermmaaiers kwamen oorspronkelijk vanuit het Verenigd Koninkrijk. Lupat werd in de jaren 70 dan onder de naam Vandaele-Lupat gebouwd te Oostrozebeke. Om later verder te gaan, onder de naam Vandaele. Vanaf de jaren 70 construeerden de gebroeders onder licentie, deze maaiers op Belgische bodem.

In 1968 haalden ze het dealerschap binnen voor Fiat. De eerste door hen verkochte FIAT trekkers werden verkocht aan landbouwer Valere Vandekerckhove uit Dentergem, loonwerken gebroeders Cannie uit Oostrozebeke en loonwerken gebroeders Lippens uit Zulte.

Met in de topjaren toch jaarlijks een gemiddelde verkoop van een 50-tal tractoren. Een tijdlang was men ook leverancier voor het Ministerie van Openbare Werken, het Belgische leger en gemeentebesturen. Dit waren hoofdzakelijk tractoren en machines voor het groenonderhoud. Sedert 1973 had het Ministerie van Openbare Werken jaarlijks alle leveringen van tractoren met bermmaaiers toegewezen aan de firma Vandaele.

Eén van de eerste door Vandaele verkochte Fiat 550 tractoren, voorzien van een Lupat Bankmaster bermmaaier, voor de firma Desot uit Boezinge.

Een Ford 5000 4-WD eveneens voorzien van een Lupat Bankmaster bermmaaier aan het werk in Limburg.

In de jaren 70 maakten steeds grotere tractoren, hun opwachting. Met groot succes bracht Fiat dan de ‘Super’ reeks op de markt. Met een 95-PK sterke 850 DT Super, een 110-PK sterke 1000 DT Super en een 150-PK sterke 1300 DT Super. Enkele van deze legendarische tractoren kon Vandaele onder grote belangstelling demonstreren op de Internationale Werktuigendagen van 1979. Die in dat jaar te gast waren in het West-Vlaamse Tielt.

Hier zien we een uitgebreide delegatie van de land -en luchtmacht, die naar de deskundige uitleg van Rorbert ( Op de trekker naast de chauffeur ) aan het luisteren waren. Ook zijn broer Roland ( rechts in beeld met de groene vest ) stond hem bij om de nodige uitleg te verschaffen. Er werd een Fiat 780 gedemonstreerd met een Votex cirkelmaaier, dit voor de vliegvelden te helpen onderhouden. De fronthef en cardan aftakking werd door Vandaele voorzien op deze trekkers.

Verkopen aan het Ministerie van Openbare Werken bracht ook heel wat extra werk met zich mee. Alle tractoren moesten van een speciaal voor maaiwerk geconstrueerde BRIL cabine voorzien worden met één deur, een lange-arm bermmaaier Vandaele Bankmaster HD 1250 en achterop een signalisatiebord. Nog een belangrijke eis was, dat alle tractoren herspoten werden in het kleur RAL 2000.

We zien dan ook hier een hele reeks Fiat 780 tractoren klaargestoomd worden in 1981 voor levering. Met deze 10-stuks erbij kwam het aantal alreeds geleverde exemplaren aan het Ministerie van Openbare Werken op maar liefst 79 stuks!

Voor.

Na.

In 1977 werd gestart met de import van Jensen hout versnipperaars uit Duitsland. Opnieuw een echt succesnummer geworden.

De verhandeling van het vlas ging in de jaren 70 ook een hele gedaanteverwisseling. De bekende vlaskapelletjes van vroeger, verdwenen naderhand uit het straatbeeld. Dauwroten werd een nieuw gegeven. Het vlas snel laden als het droog was, was dan ook aan de orde. Er was meer en grotere capaciteit benodigd. De tractoren met frontladers moesten dan ook plaats maken voor mobielere zelfrijders. Er werden heel wat tweedehands Amerikaanse BAKER machines ingezet destijds. Deze hadden oorspronkelijk een benzine motor maar werden omgebouwd met een Fiat dieselmotor.

Maar een groter succes was toch wel de modernere Koering ‘Skytrack’, die een Ford 5000 als onderstel hadden. Ook vlashandelaar Verhaest uit Ingelmunster, had destijds een dergelijke Koering Skytrack in gebruik. Carlos Verhaest kon er hier in 1978, dan ook goed mee overweg.

Het laden ging direct een stuk sneller vooruit, maar het probleem bleef echter nog het transport. Het ongeperste vlas, naam veel plaats in transport. Het in bundels gebonden vlas moest plaats gaan maken voor geperst vlas.

Een Hesston 4800 grootpakpers werd in 1982 dan ook omgebouwd om vlas te persen. Ongezien in België in deze tijd! Het invoerkanaal werd aangepast maar ook de knopers moesten worden gewijzigd. Dit voor vlasdraad in de plaats van de nylon strokoorden. Want nylon bevat polypropyleen en was niet geschikt voor vlas. Daarom werden er voor deze persen, speciaal koorden gemaakt bij een bedrijf in Rijsel.

Bijkomend gevolg was dan ook dat grotere tractoren benodigd waren om deze persen aan te drijven. Op zijn minst was er 120-PK benodigd. De geperste pakken waren qua omvang, 1.25 meter lang en wogen maar liefst 600-kg! Een 4-tal persen van dit type werden voor de vlasteelt aangepast.

Maar de grootpakpers had in het vlas weinig toekomst. Er werd al snel overgeschakeld naar ronde balenpersen. Opgerolde balen, waren immers een pak eenvoudiger om te verwerken.

Een indrukwekkende combinatie, de Fiat 1180 DT aan de Hesston 4800 pers van vlashandelaar Verhaest uit Ingelmunster.

Begin jaren 80 werden de eerste banden gesmeed met JCB, wat op vandaag hun hoofdmerk geworden is.

Een eerste graaflaadcombinatie werd verkocht aan stad Izegem.

Tijd voor een nieuwe grote stap. De lompe zelfrijdende laders waren een grote vooruitgang geweest ten opzichte van de trekkers met frontladers. Maar in 1983 waren ze achterhaald en te lomp bevonden. JCB wist de oplossing en alternatief te bieden. In 1983 werd de eerste telescoopladers verkocht aan eveneens opnieuw Verhaest uit Ingelmunster. Deze was hier heel tevreden over en kocht er zich dan ook nog een tweede aan. Het 10 meter model, een JCB 530B om op het bedrijf het vlas te stockeren en een tweede kleiner model, een JCB 520 om op het veld te kunnen laden. Deze laatste werd enkele jaren later dan ingeruild op een 528.

De 520 leverde Vandaele hier af met een BKU R4 balenklem. Deze door Vandaele vervaardigde balenklem kon maar liefst 4 ronde balen in 1 keer meenemen. Deze klemmen produceerde men in serie en wist men tot in Oost-Europa te verkopen.

In 1986 werden de gronden aangekocht waar op vandaag de huidige zaak staat.

Een sfeerbeeld van in 1986.

In 1988 werd de nieuwe zaak feestelijk geopend. Met eveneens een uitgebreide persconferentie voor de voorstelling van de nieuwe types, die Fiatagri toen wist op de markt te brengen.

Met oog op de overname van hun kinderen, besloten Robert en Roland om in 1992 de firma op te splitsen in 2 nieuwe zaken, Vandaele Machinery en Vandaele Constructie. Robert zijn dochter Inge en zoon Carl, zetten sindsdien Vandaele Machinery verder. Terwijl Roland zich afscheidde met de constructie. Robert bleef ook niet stilzitten en stortte zich op de verkoop van stroomaggregaten met een nieuwe zaak VD-Power.

Om deze splitsing en uitbreiding te vieren, werden in November 1992 heuse opendeurdagen georganiseerd met verschillende demonstraties van Fiatagri trekkers en Steeno grondbewerkingsmaterieel. Ook de nieuwe JCB Fastrac 145 turbo was er te bewonderen, die er toen in Januari al was voorgesteld.

Zelfs de goedheiligman, de Sint, vond het de moeite om eens te komen zien!

Hij was echter niet de enige geïnteresseerde!

In 1996 werd de oude vlasloods van Robert zijn nonkel tegen de vlakte gewerkt om er plaats te maken voor een nieuwe toonzaal voor stroomaggregaten. Trouwe klant -en drie generaties ver goede vrienden loon -en grondwerken Cannie waren dan ook de geknipte personen hiervoor. JCB graafmachines zaten eveneens sinds de jaren 90 ook in het gamma van Vandaele.

Met dit mooie eindresultaat als gevolg. Hier zien we in 2000 enkele beregeningspompen klaar staan voor de nieuwe toonzaal.

Door de jaren heen hadden Robert en Roland ook een grootse oldtimertractor collectie bijeengebracht. Deze is echter grotendeels van de hand gedaan. Tegenwoordig staan er in het privé museum van Robert wel een aantal opgeknapte Porsche trekkers en nog eentje staat te wachten op een opknapbeurt. Maar ook een knappe JCB Grave Digger is een pronkstuk in zijn collectie. Zo blijft Robert op 86-jarige leeftijd nog steeds een bezige bij! Hij en zijn vrouw zijn bijzonder fier op hun kinderen die tegenwoordig de bedrijven Vandaele Machinery, Rental en VD-power runnen. Maar hun  echte oogappels zijn toch wel de kleindochters : Irene en Melanie . Beiden draaien al volop mee in de zaak en zullen de naam Vandaele verder blijven op de kaart zetten. Het ondernemende en het gezonde boerenverstand zit alvast dankzij Robert in de genen!

De nog uiterst fitte Robert Vandaele bij zijn JCB Grave Digger N°1

Een van de allereerste door hen verkochte JCB 520 telescoopladers kan je eveneens nog terugvinden in de collectie van Robert. Een betekenisvolle machine voor de carrière van de firma Vandaele.