De Oude Doos

Constr. B.M.A – Edingen

In een 3-delig luik belichten we de historie van de firma Bosmans uit Edingen. In een eerste luik nemen we je mee naar de begin jaren van het bedrijf toen nog onder leiding van Marcel Bosmans. Het was Marcel Bosmans die tussen de twee wereldoorlogen in, de firma B.M.A ( Bosmans Machines Agricole ) oprichtte te Edingen. Als zoon van een smid had hij al een enige band met de landbouw. In de glorie jaren werkte men hier met een tiental mensen in dienst. Zoon Willy zou in de firma meehelpen en uiteindelijk in 1958 na zijn legerdienst, een eigen bedrijf uit de grond stampen. ( Dit bekijken we dan uitgebreider in het 2de deel van deze reeks )

Bij het ontstaan van het constructiebedrijf, was stichter Marcel Bosmans vooral bezig met het het plaatsen van ijzeren beslagen rond de houten wagenwielen. Zijn zoon Willy geboren in 1936 was al van jongs af aan geboeid door de stiel. Er werden onder andere wagens gemaakt met deze wielen voor de luciferfabriek van Union Match uit Geraardsbergen. Hiermee transporteerde men het benodigde hout voor de lucifers vanuit Wallonië naar Geraardsbergen.

Na de oorlogsjaren, zette men ook meer in op rubberen banden. Hier een voorbeeld van een door hen vervaardigde wagen om boomstammen te slepen.

Kort na de oorlogsjaren van 1940-45 was men sterk gespecialiseerd in het vervaardigen van 3-wiel kipwagens en 4-wiel platformwagens.

Op en top Belgisch, een Spinnekop trekker gebouwd door Georges Favache, met een B.M.A ploeg tijdens een demonstratie in 1948. Deze trekker zou voorzien geweest zijn van een Allis-Chalmers achterbrug en een ABC motorblok.

Onder het motto beter goed gekopieerd dan slecht bedacht. Baseerde Bosmans zich voor het maken van kipwagens op het principe van de EFA kippers. Zo’n dergelijke kipper zie je hier in 1949 achter een Saurer vrachtwagen, die destijds ingevoerd werd door Hocké.

Naast het constructiehuis, had men ook het dealerschap voor Duitse Kramer tractoren op hun naam staan.

Een 18-pk sterke Kramer K18 die men aan een door hen geconstrueerde kipper demonstreerde. Tijdens het afvoeren van bieten voor landbouwer Langendries in de winter van 1950. 

Hoe sterk iets ook is, alles heeft zijn grenzen natuurlijk…

Willy to the rescue, er werd een schijf met ijzeren haken tegen de velgen geplaatst om meer grip te hebben maar het mocht niet baten zo te zien.

Ook bij landbouwer Viaene werd er gedemonstreerd, dit keer in het transport van stalmest. Zowel Marcel alsook later Willy stonden er altijd op om de mensen hun machines te demonstreren voor de aankoop ervan. Men wilde dat de mensen op voorhand konden zien wat ze werkelijk zouden kopen en de eventuele mogelijkheden waren. 

 

Hier kan je goed zien hoe een gelijkaardig kipsysteem zoals van op de EFA kippers werd toegepast. Echter in tegenstelling met de vrachtwagen opleggers is er hier wel handenarbeid benodigd. Door middel van aan een hendel te draaien op de zijkant van de wagen, krikte je de bak omhoog. Een eenvoudig maar knap bedacht systeem voor die tijd.

Ook op de toenmalige landbouwschool van Marcq nam men een Kramer van Bosmans in gebruik. Zelfs de lokale pastoor wou de ingebruikname niet missen.

Marcel demonstreerde even hoe het moest.

Wanneer de Kramer zwaar belast werd, kon hij al eens wat extra beginnen dampen. Eens het water rond het motorblok aan de kook gaat, word dit langs deze weg verdampt. Dergelijke tractoren verbruikten dan ook meer water dan brandstof. Dergelijke tractoren noemde men in de volksmond dan ook een verdamper.

Enige tijd later in 1951 werd er effectief ook een Kramer verkocht aan landbouwer Viaene. Een Kramer K33 Die geen schrik had van wat water en modder!

De aangevoerde stalmest moest natuurlijk ook ondergeploegd worden. Dus werd er bij de Kramer K33 ook een B.M.A ploeg geleverd.

Men wilde eveneens bij constructiehuis B.M.A een full-liner zijn. Daarop bood men ook pikbinders aan. Men verkocht voor een korte periode ook tractoren van John Deere toen nog op benzine of goedkopere petroleum. Maar daarnaast dus ook pikbinders van het merk Fahr, toen ingevoerd door Van Der Haeghe. Alsook zoals je er eentje kan zien uiterst rechts, van het merk Lanz, destijds ingevoerd door Doyen.

Maar voor de straat kon gevuld worden met pikbinders, moesten deze natuurlijk eerst ineen worden gestoken, want deze kwam als bouwpakketten aan.

Dat B.M.A snel naambekendheid verwierf was duidelijk te merken aan het wijd gespreid cliënteel, hoofdzakelijk in Wallonië. Zoals deze klant uit Beclers nabij Doornik, die een BMA ploeg wilde voor zijn Oliver Row-Crop 70 trekker.

Eveneens voor een klant in Beclers werd deze John Deere van een B.M.A frontlader voorzien.

Het was vaak een drukte van jewelste in de straat voor het atelier. We zien vooraan de door Bosmans laatst verkochte John Deere 40 met een B.M.A cultivator. Er achter een rasechte West-Vlaming, een Decov bietenrooier van constructiehuis Decloedt-Decov uit Veldegem. De verkoop van de John Deere tractoren had hij toen stop gezet omdat ze bij John Deere toen nog geen Diesel tractoren in hun gamma hadden. Daarop werd gestart met de verkoop van Nuffield diesel tractoren.

Voor de opvallende en knappe showroom zien we nog twee Nuffield tractoren opgesteld staan. Met respectievelijk een B.M.A cultivator en een Hassia zaaimachine.

Op de gevel recht tegenover de oude showroom en atelier van de firma Bosmans prijkte de geschilderde reclame van de lokale Cïtroën autogarage. Anno 2019 kan je nog steeds diezelfde gevel met nog steeds diezelfde reclame aanschouwen.

Begin jaren 50 voerde men met een Massey Ferguson TE-20 een test uit met een door hen geconstrueerde schoffelmachine. Bemerk ook op de achtergrond de prachtige en opvallende 6-cylinder Buick van de familie Bosmans.

Een iet wat beter zicht op de knappe Buick van Marcel. Met er achter een door hen vervaardigde aanhangwagen voor dierentransport, bestemd voor veehandel Degroote.

Men construeerde hier ook allerhande eggen en cultivatoren.

Zoals deze paarden eg, waarbij men de beitels kon omdraaien als deze versleten waren. Zo’n dergelijke eg koste destijds zo’n 13.000 Belgische Franken of omgerekend een 322 Euro.

De familie Bosmans waren niet alleen knappe constructeurs, ook op commercieel vlak wist men van aanpakken. Zo voorzag men in 1954 ook fotoshoots voor foldermateriaal.

De wielen van deze cultivators waren nog niet voorzien van rollagers, waardoor de wielen helaas snel versleten waren.

Wederom om een full-liner te kunnen zijn, bood men ook de Disc-O-Matic meststofstrooiers aan van Saint-Hubert.

Er werd in die tijd van alles uitgetest. Zo zocht men oplossingen voor het toen nog ontbreken van dieptecontrole op trekkers. Hier werd dit voor een deel verholpen door kettingen die moesten dienen om gelijke diepte te behouden.

Allerhande types van ploegen werden er hier geconstrueerd. Een grote afnemer van hun ploegen was machinehandel Max Buyck uit Anzegem.

Hun prachtige Buick was ondertussen ook al uit roulatie genomen en aan de kant geplaatst, wegens zijn groot brandstofverbruik.

Ergens begin jaren 50 vervaardigde men deze vrachtwagen oplegger voor het transport van bomen. Dit was voor houtzagerij Gustaaf D’Herde uit Ruisbroek, welke er met een opvallende vrachtwagen om kwam. Een indrukwekkende Diamond T M-20, een oud gediende van het Amerikaanse leger.

Ook vrachtwagens voorzien van een opbouw behoorde tot het takenpakket van de familie Bosmans. Zoals je hier een opbouw ziet bovenop een Saurer vrachtwagen.

In 1951 heeft er in het Waalse Gembloux een demo plaats gevonden voor het rooien van aardappelen. Er bevond zich een Belgische invoerder van de Duitse Röhr tractoren in de stad Hannut uit de provincie Luik. Deze had een overeenkomst gesloten met Bosmans. Waardoor Bosmans ploegen mocht leveren voor de verkochte Röhr tractoren.

Als wederdienst hielp Bosmans ook een handje op deze demonstratie. Want deze Engelse ‘Johnson’ rooiers waren in België geïntroduceerd geweest door de familie Bosmans.

Hier zien we een Röhr trekker voor de kipper en een tweede Röhr voor de Engelse ‘Johnson’ rooier. De Röhr tractoren zijn in Vlaanderen niet zo bekend. Mede door de relatief korte productie van deze tractoren. Ze waren verkrijgbaar van 12 tot 60 pk. De Rolletta scooters genoten net iets meer naambekendheid.

Een zeer tevreden Elias, de invoerder van deze Röhr tractoren, zien we rechts in beeld voor de platte wagen.

Kleine Willy ( rechts ) samen met zijn twee jaar jongere zus Fernande. Ondanks haar jonge leeftijd speelde ze al een grote rol in de zaak, zij hield de prospectussen op zak en was bovendien perfect 2-talig.

Voor deze Röhr dealer werden er enkele speciale ploegen geconstrueerd om dienst te doen in de Ardennen. De scharen waren bevestigd met breekbouten, zodat bij een zware impact van een steen, de scharen niet hoefden af te scheuren. Er waren ook extra veren gemonteerd om de ploeg in de harde grond te kunnen houden.

Zo’n dergelijke ploeg achter een Röhr trekker.

Ook op een Allis-Chalmers misstond een B.M.A ploeg niet.

De cultivatoren evolueerden heel snel.

Stalmestwagens waren er eind jaren 50 nog niet met hopen beschikbaar en behoorlijk prijzig. Het open smijten van de mesthopen was een tijdrovend handwerk. Hiervoor bedacht Willy een oplossing, zijn stalmestfrees. De landbouwers kipten hun kleine 3 -en 4-wielwagens af op het land en dan kon men vervolgens met deze frees de hoopjes open strooien. Het was een lichte machine die op aluminium vliegtuigwielen stond. De machine kon worden opgekrikt, zo kon je de hoogte regelen volgens de te verspreiden mesthoop en eveneens de machine zo in transportstand brengen. Deze machine verhuurde men, de nodige mond aan mond reclame deed snel zijn werk. Zo kwam men van tot maar liefst 20-km ver om deze machine te huren.

Zoals landbouwer Albert Claes uit Bogaarden nabij Pepingen, welke met zijn Deutz F2l514 de mest open spreidde. Hij was al een trouwe klant te merken aan de B.M.A frontlader.

Maar de mest moest zoals vermeld dus eerst naar het veld worden gebracht. De Deutz F2l514 mocht zich dan eerst letterlijk vuil maken aan het laden van de mest.

Nostalgie troef, zoals op vele boerderijen in die tijd bevond de mesthoop zich op de binnenkoer van de hoeve. Eveneens de aanwezige kippen die maar al te graag eens de mesthoop inspecteerden.

De mestfrees heeft ook eventjes op de wielen van de afgebroken Buick gelopen.

Bemerk de vele kleine mesthoopjes.

Eveneens eind jaren 50, dorste Marcel ook enige tijd met deze Massey Harris maaidorser op petrol. Het stro persen gebeurde vervolgens met een Claeys lagedruk pers die voorzien was van een stationaire Chrysler motor.

Naast de ploegen was BMA , dus ook vooral bekend voor hun frontladers. Deze werden volledig naar eigen ontwerp gemaakt. Zoals deze frontlader, hier op de 1-cilinder, 15-pk sterke Eicher van uit de omgeving van het Waalse Ath.

De Eicher met de frontlader vertrekkensklaar uit het atelier van Bosmans.

Maar deze mocht niet vertrekken vooraleer Willy alles nog eens grondig checkte.

Eens aangekomen bij  landbouwer Paternoster mocht hij meteen in het werk.

Lokaal deed men dan ook beroep op de Eicher van landbouwer Pierre Paternoster. Samen met de B.M.A frontlader, laadde deze de vrachtwagens met suikerbieten. De gerooide suikerbieten werden veelal met paard en kar van de landbouwers naar het dorp gebracht en hier verzamelt. Om ze dan vervolgens te laden op vrachtwagens. Deze vrachtwagens brachten dan de suikerbieten naar het tramstation van Herne.

Ook Marcel ( rechts ) zag dat het goed was.

De frontladers werden aangepast naar de vraag van de klant. Ze werden dan ook op verschillende trekkers gebouwd zoals hier op een Nuffield trekker. Deze landbouwer gebruikte de frontlader om zijn silo met het loof van bieten te bedekken met bietenpulp.

Ook op een M.A.N trekker misstond een BMA frontlader niet. De M.A.N trekkers werden ingevoerd door Vandenabeele. Deze werd voorzien van extra bescherming met een bullbar op de neus. Alsook een extra olievat en een afzonderlijke hydraulische pomp.

De afgewerkte tractoren aan het wachten op hun eigenaars voor het atelier van de familie Bosmans.

Ook deze Bolinder Munktell Victor 230 stond te wachten op zijn baasje.

De Nuffield met een B.M.A frontlader van landbouwer Weverberg uit Marcq.

Nog een mooi voorbeeld op deze Lanz van 22-pk.

De verkoop van landbouwmaterieel was een harde stiel, ieder vocht voor zijn deel. Dit was niet anders bij Bosmans. Zo werd er eind jaren 50 ook naar de veeprijskamp van Soignies getrokken met een hele delegatie aan Nuffield tractoren en B.M.A machines. Dit om het nodige weerwerk te bieden aan de toenmalige lokale dealer Cortenbos.

Nog een tevreden klant met een BMA frontlader op zijn Massey Harris 30 K.

Ook in Limburg zag je B.M.A frontladers verschijnen. De firma Tourbec NV gebruikte in 1957 de frontlader om compost en turf te laden en open te spreiden, om ze dan vervolgens met een frees in te werken.

Grote vermogens waren er standaard bij de trekkers nog niet direct beschikbaar. Daarop bouwde Willy zelf eigenhandig deze Nuffield 10 / 90 om naar een 6-cilinder trekker, met een 120-pk sterke aangepaste BMC vrachtwagen motor.

Ook deze Nuffield 460 voorzag Willy van een 6-cilinder motor. De cabine is eveneens een creatie van zijn hand.

Een eerste werkje dat deze mocht uitvoeren was helpen met de bieten op het droge te krijgen van de lokale landbouwers.

De drie gehuchten van Herne samen ; Hernebos, Hernepoort en Patriot huldigden de toenmalige burgemeester Bombaert uit Herne. Hierbij kon de familie Bosmans niet ontbreken met enkele Nuffield trekkers.

Het zoeken van toepassingen om problemen op te lossen is iets waar men sterk in was. Zo maakte men begin jaren 60 ook dit hulpstuk om met de trekker drainagebuizen te kunnen trekken. Deze machine verhuurde men dan aan de lokale landbouwers.

Geen uitdaging ging men uit de weg, voor een klant moest deze 4-cilinder Zetor omgebouwd worden tot een shovel. Zo werd deze omgedraaid en voorzien van een BMA lader.

Marcel demonstreerde maar al te graag eens het kunnen van zijn frontladers.

Een unieke blik binnenin de atelier van BMA. We zien hier een serie van 13 ploegen klaar gemaakt worden voor de firma Max Buyck uit Anzegem.

Het eindresultaat kon je destijds dan aanschouwen op de ongezien grote stand van Max Buyck, tijdens de Internationale Week Van de Landbouw, het huidige Agribex in Brussels Expo. De B.M.A ploegen kon je toen aanschouwen achterop de Allgaier tractoren.

Max Buyck was begaan met zijn cliënteel we zien dan ook hun agent ( derde van links ) nog eens een kijkje komen nemen van de ingangstelling van een nieuwe Allgaier trekker voorzien van een B.M.A ploeg.

Een eerste kleurenfoto van de eerste BMA gedragen wentelploeg voor in het derde punt, alreeds zonder steunwiel.

Willy aan het stuur van een Allgaier tijdens het nationaal ploegkampioenschap van 18 September 1956 in Upigny op het terrein van Mr. Petit, nabij Éghezée. Hij was toen eveneens dealer van Allgaier onder invoerder Max Buyck uit Anzegem. Waardoor hij als ploegenkenner de kleuren van Max Buyck kwam verdedigen op dit kampioenschap.

Er werd toen gestreden om de titel van België, welke vervolgens België mocht vertegenwoordigen op het Internationale kampioenschap in Oxford. De Belgische kampioen mocht eveneens een trofee in handen nemen die werd geschonken door hoofdsponsor, de oliemaatschappij ESSO. Na de ploegwedstrijd volgde er nog een gymkana voor tractoren.

Dit ploegkampioenschap werd tot stand gebracht door de samenwerking van Service Professionnel De La Jeunesse Agricole ( S.P.J.A ), de Boerenjeugdbond ( B.J.B ), Jeunes Alliances Paysannes ( J.A.P ) en ESSO Belgium.

De machinerie evolueerde snel, men moest ook mee met hun tijd. Dus begon men ook in de eerste helft van de jaren 60 met het construeren van 2-scharige ploegen. Veel trekkers waren echter nog niet voorzien van dieptecontrole, vandaar waren sommige nog steeds voorzien van een ondersteunend wiel.

Op het constructiebedrijf beschikte men over een 3-cilinder Nuffield om de geconstrueerde ploegen te verplaatsen.

Door de jaren was het mogelijk debiet merkelijk verhoogt, waardoor de mogelijkheid zich voordeed om de frontladers meer naar voren te plaatsen op de trekker, zoals bij deze McCormick werd gedaan.

Een al iets zwaardere uitvoering met dubbelwerkende pistons was zodanig ook mogelijk op dit dappere Fendtje.

Naast het constructiewerk, ging men ook de hakseltoer op. Namelijk het hakselen van raaigras en luzerne. Hiervoor werd een eerste Lundell hakselaar aangeschaft. Een M.O.L kipwagen van de landbouwer werd meegetrokken om het gehakselde goedje op te vangen.

Eén probleem dat zich wel vormde in die tijd, was het feit dat de pijp nog niet verdraaibaar was. Waardoor enkel achter zich kon worden geblazen en niet naast hen.

Om de kipwagen te lossen, moest deze manueel worden opgekrikt.

Landbouwers Weverbergh uit het Waalse stadje Marcq nabij de faciliteitengemeente Edingen / Enghien, reden zelf hun silo aan met hun Nuffield trekker. De wielen werden omgedraaid, zodat de trekker stabieler bleef tijdens het aanrijden.

Ook bij B.M.A waren er eigen kipwagens in ontwikkeling.

Al snel volgde een tweede Lundell. Hier Marcel op de Massey Harris 44 K voor de Lundell hakselaar.

Bemerk ook de knappe schuif / silagewagens die Willy had geconstrueerd. Door middel van het opwinden van een duwplaat binnenin werd de vracht naar buiten geperst.

Het afvoeren van de wagens gebeurde met een Nuffield trekker.

Hier zien we een colonne van Nuffield tractoren en B.M.A machines richting een demonstratie van grondbewerkingsmateriaal trekken. De Nuffields werden hiervoor op iets hogere en bredere banden geplaatst. De vooras werd dan ook wat verhoogd met behulp van een tussenstuk.

Wederom op weg met de volledige colonne maar ditmaal naar een expositie in het Waalse Zinnik.

Indien gewenst, plaatste men ook een Sirocco cabine op de trekker. Ook voorzag men aanbouw elementen zoals een eg.

Ten huize Bosmans had men wel degelijk een voorliefde voor Amerikaanse wagens. Zo zien we hier hun Amerikaanse Studebaker aan een B.M.A veewagen.

Pionierswerk! In 1961 was men wellicht één van de eersten in België die mais wist te hakselen. Dit met behulp van de Lundell hakselaar achter de Massey Harris 44 K.

Het afvoeren van de mais deed men met een 4-cilinder Nuffield trekker van zo’n 60-pk. Die de volle wagens over en weer reed naar de hoeve.

De Massey Harris 44 K kwam wat vermogen tekort om comfortabel te kunnen hakselen. De prachtige oude Buick was inmiddels helemaal gesloopt en de 6-cilinder motor diende nu als aandrijving op deze hakselaar.

Een prachtig span in de oogst, de Massey Harris 44 K met Willy Bosmans aan het stuur, de Lundell hakselaar erachter en hierna dan nog eens de wagen.

Willy vast beraden achter het stuur.

Marcel had ondertussen minder geluk gehad en had in een ongeval een vinger verloren. Naast Marcel zien we Jean-Marie Simonis de verantwoordelijke van de lokale landbouwschool van Marcq.

Enkele leerlingen van de landbouwschool namen even een pauze.

Voor het transport naar de hoeve stond de school zelf in met een Famulus trekker. De schuif / silagewagen van Bosmans kon eenvoudig gelost worden, zoals je hier ook nog eens kan zien. Door manueel de de deur achteraan open te trekken en dan vervolgens de duwplaat die bevestigd was met staalkabels, op te winden. Zo werd alles naar buiten geperst. De leerlingen konden zich hieraan goed uitleven tijdens de praktijklessen.

Vele helpende handen om de wagen leeg te maken en open te kappen. Maar ook de Famulus had wat hulp vandoen om over de silo te geraken.

De eerste echte mais hakselaar kwam er in 1962, met de komst van een Amerikaanse New Holland 616 achter hun Nuffield trekker. Hier verzorgde de landbouwer zelf het transport. Met de boerin aan het stuur van hun Massey Ferguson 35, terwijl haar man de mais netjes over de volledige wagen verdeelde.

Willy tijdens het sleutelen aan een Nuffield samen met zijn vaste technieker.

DEEL II